maandag 19 april 2010

Sponskomkommer

De sponskomkommer of nenwa is een kruidachtige klimplant. De vruchten zijn 10 tot 40 centimeter lang en tot 8 centimeter breed. Aan de binnenkant bestaat de vrucht uit een netvormig patroon van vaatbundels, dat bij rijping droog en vast van consistentie wordt.

Jonge, zachte vruchten worden net als augurken als groente gegeten. Door het verwijderen van de schil van rijpe vruchten verkrijgt men het vezelige netweefsel. Hiervoor worden de vruchten meerdere dagen in water geweekt om het vruchtvlees en de zaden te verwijderen. Het netweefsel wordt gebruikt voor het vervaardigen van badsponsen (de zogenaamde “luffaspons”), filters en inlegzolen.
 
Teelt
De teelt vindt plaats op laaggelegen gebieden van de tropen. De sponskomkommer wordt geteeld uit zaad. Ze tolereren geen droogte en vereisen irrigatie in droge periodes. De sponskomkommer heeft te maken met een lang groeiseizoen, de fruit kan een maand na de bloei geoogst worden.
 
Consumptie
Sponskomkommers worden meestal gekookt of gebakken en gebruikt in soepen. Zeer kleine vruchten kunnen rauw gegeten worden. Rijpe vruchten worden gewassen, de korst verwijderd en gedroogd.
 
Bewaren/bewerken
Met de sponskomkommer moet voorzichtig worden omgegaan. Het kan 2-3 weken worden opgeslagen bij een temperatuur van 12-16 °C.
 
Voedingsstoffen
Voedingswaarde sponskomkommer per 100 gram:
Energie: 20 kcal, 84 kJ
Water: 93.85 g
Eiwit: 1.2 g
Vet: 0.2 g
Koolhydraten: 4.36 g
Thiamine (vitamine B1): 0.050 mg
Riboflavine (vitamine B2): 0.060 mg
Nicotinezuur (vitamine B3): 0.4 mg
Vitamine B6: 0.043 mg
Vitamine C: 12 mg
Calcium: 20 mg
IJzer: 0.36 mg
Magnesium: 14 mg
Fosfor: 32 mg
Kalium: 139 mg
Natrium: 3 mg
Zink: 0.07 mg
Koper: 0.035 mg
Mangaan: 0.092 mg
Selenium: 0.2 mcg

Geen opmerkingen:

Een reactie posten