De gatenplantvrucht is de vrucht van een kruipende klimplant. De plant heeft een dikke stengel, die tot 20 meter lang kan worden en grote, glanzende, leerachtige bladeren die 25 tot 90 centimeter lang en 25 tot 75 centimeter breed worden. Jonge planten hebben kleinere bladeren zonder lobben en gaten, maar oudere planten hebben wel gelobde bladeren met gaten.
De vrucht van de gatenplant is tot 25 centimeter lang, 3 tot 4 centimeter breed en lijkt op een groen paardenoor met daarin een maïskolf met zeskantige schubben. Als de plant voor het eerst bloeit bevatten de vruchten zoveel oxaalzuur dat ze giftig zijn en direct pijnlijke blaarvorming, irritatie, zwellingen en jeuk aan de slijmvliezen en stemverlies kunnen veroorzaken. Het duurt een jaar voordat de vruchten rijp zijn en het veilig is om de vruchten te consumeren.
Bewaren/bewerken
De vrucht kan rijpen door de vrucht door te snijden als de eerste schubben opliften en de vrucht een penetrante geur begint te verspreiden. Daarna moet de vrucht in papier worden gewikkeld en worden opgeslagen totdat de kernen eraf beginnen te vallen. Het vla-achtige vruchtvlees wordt dan van de spil afgesneden en kan dan worden geconsumeerd. De smaak lijkt op een mengeling van banaan en ananas. In tegenstelling tot sommige andere exotische vruchten, zoals bij de doerian, hoeft men de vrucht van de gatenplant niet te leren eten en kan men er direct van genieten.
donderdag 22 april 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten