De schorseneer is een groente die voor de Tweede Wereldoorlog vrij algemeen gegeten werd maar na de oorlog in diskrediet is geraakt, mogelijk door zijn bewerkelijkheid. Bij het schillen van de langwerpige, donkere wortels komt namelijk een kleverig melksap vrij. Dit feit heeft de groente de bijnaam "keukenmeidenverdriet" of "huisvrouwenleed" opgeleverd. Bijnamen die ook aan de verwante haverwortel (Tragopogon porrifolius) worden gegeven.
Andere bijnamen zijn: winterasperge (of armeluisasperge) en winterstaaf. Schorseneren zijn een typische wintergroente, met de grootste aanvoer in februari. De schorseneer wordt na het schillen in stukjes gesneden en gekookt, met een scheutje azijn om verkleuring tegen te gaan. Het kleverige melksap wordt bestreden door bij het schillen keukenhandschoenen te dragen.
Teelt
Schorseneren worden op zandgrond ter plaatse gezaaid tussen maart en half april. Bij te vroeg zaaien kunnen de planten gaan bloeien, maar de wortels blijven wel eetbaar. De afstand tussen de rijen is 25 tot 30 centimeter en in de rij 5 tot 6 centimeter. De oogst begint vanaf begin september. De wortels zijn winterhard en kunnen de gehele winter, zolang de grond niet bevroren is, geoogst worden. De wortels kunnen tot 60 centimeter lang worden. Voor de oogst met de hand wordt er met een ploeg langs de wortels een diepe sleuf gegraven, waarna ze uit de grond gehaald kunnen worden.
Teeltschema
Zaaien in april/mei, oogsten in oktober t/m maart
Consumptie
Ze worden over het algemeen gekookt gegeten met een (kaas)sausje, maar ze zijn ook rauw (geschild en geraspt) lekker. Was de ongeschilde schorseneren. Snij er flinterdunne schijfjes van en frituur deze op 170 °C. Serveer dit als aperitiefhapje. Kook schorseneren in water en melk en gebruik het kookvocht voor de saus. Schorseneren vormen een aparte en leuke aanvulling op het menu, hetzij in een roomsaus of gebakken in boter. Ze zijn ook bruikbaar in soep.
Bewaren/bewerken
U kunt schorseneren het best bewaren op een koele droge plaats, ze kunnen dan langer bewaard worden. Schorseneren zijn lastig schoon te maken en te schillen. Voor de voorbereiding moet tijd worden uitgetrokken; geen groente voor haastige kokers. Het "keukenmeidenverdriet" zit in het schoonmaken. Bij het schillen of breken komt een kleverig melksap vrij dat de handen, de kookpan én de wortels snel bruin kleurt. Steeks korte stukjes schrappen (mét keukenhandschoenen) en een bak lauw water met een scheut azijn, direct in een andere bak water eveneens met een scheut azijn of melk doen. Afborstelen en pas na het koken schillen is veel handiger: eerst goed schoon boenen, daarna 15 tot 20 minuten (afhankelijk van de dikte van de wortel) koken in ruim water. Onder de koude kraan afspoelen en pas dan de schil eraf stropen en de zwarte pitten eruit snijden. Nastoven in een sausje.
Voedingsstoffen
Voedingswaarden per 100 gram gekookte schorseneer zonder zout:
Energie: 343 KJ, 81 kcal
Eiwit: 1.0 g
IJzer: 1.5 mg
Koolhydraten: 17.0 g
Natrium: 5 mg
Calcium: 60 mg
Vet: 1.0 g
Vezels: 1.5 g
Vitamine C: 4 mg
Voedingswaarden per 100 gram rauwe schorseneer:
Energie: 309 KJ, 73 kcal
Eiwit: 1.0 g
IJzer: 1.5 mg
Koolhydraten: 15.0 g
Natrium: 5 mg
Calcium: 60 mg
Vet: 1.0 g
Vezels: 1.5 g
Vitamine C: 4 mg
zondag 18 april 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten