Zoetzak

De zoetzak suikerappel of kaneelappel is de vrucht vaan een tot zes meter hoge boom. de zoetzak is rond van vorm, bij de steel ingedeukt en 5 tot 10 centimeter groot. Typisch voor de vrucht is de grofschubbige schil die in volrijpe toestand maar net aan elkaar blijven zitten. De 2 millimeter dikke schil is rijp meestal groen tot geelgroen en blauw, maar enkele rassen krijgen roze en violette vruchten. De pulp is crèmewit, uitgerijpt zeer zacht, sappig en zoet-aromatisch van smaak.

Teelt
De zoetzak boom groeit in een tropisch of bijna-tropisch klimaat. Over het algemeen groeit de vrucht het beste in droge gebieden. De zoetzak presteert goed op een goed gedraineerde zandbodem met kalksteen en leem. De zaden hebben een relatief lange levensduur, ongeveer 3 of 4 jaar. Ze ontkiemen een week nadat ze uit de vrucht gehaald zijn. Zaailingen van 4 jaar oud leveren leveren 50 vruchten per boom.
 
Consumptie
In Maleisië wordt het vruchtvlees, nadat de zaden verwijderd zijn, toegevoegd aan ijs, of gemengd met melk voor het maken van een drankje. Op de Filipijnen is er een bedrijf dat zoetzakwijn produceert.
 

Voedingsstoffen
Voedingswaarde zoetzak per 100 gram:
Energie: 88.9 - 95.7 kcal
Vet: 0.26 - 1.10 g
Koolhydraten: 19.16 - 25.19 g
Eiwit: 1.53 - 2.38 g
Vocht: 69.8 - 75.18 g
Fosfor: 23.6 - 55.3 mg
Calcium: 19.4 - 44.7 mg
IJzer: 0.28 - 1.34 mg
Thiamine (vitamine B1): 0.1 - 0.13 mg
Riboflavine (vitamine B2): 0.113 - 0.167 mg
Nicotinezuur (vitamine B3): 0.654 - 0.931 mg
Ascorbinezuur (vitamine C): 34.7 - 42.2 mg