zondag 25 april 2010

Vlierbes

De vlierbes is de vrucht van een snelgroeiend plantenras. In de lente dragen deze planten tuilen van witte of crèmekleurige bloemen, gevolgd dor kleine rode, blauwachtige of zwarte vruchten.

Daarnaast zijn er de volgende rassen speciaal voor de productie van bessen met een hoog kleurstofgehalte:
skondol, samyl, sampo, mammut en haschberg.

Wereldwijd kent het geslacht 25 varianten, waarvan er drie voorkomen in Nederland:
  • De gewone vlier (Sambucus nigra) is de belangrijkste soort in Europa. Een in de natuur voorkomende variëteit van de gewone vlier is de peterselievlier (Sambucus nigra laciniata), die diep ingesneden bladeren heeft.
  • De trosvlier of bergvlier (Sambucus racemosa) groeit in de koudere gedeelten van het noordelijk halfrond en heeft helderrode bessen.
  • De kruidvlier (Sambucus ebulus) is een zeldzame soort die meestal langs rivierenwordt gevonden.
Teelt
Vlierbessen groeien het beste op een vochtige, vruchtbare, goed gedraineerde bodem. Vanwege de ondiepe wortels moeten ze tijdens het eerste seizoen voldoende water krijgen. De oogst vindt meestal tussen eind augustus en begin september plaats.
 
Consumptie
De vlierbessen worden onder andree gebruikt voor het maken van wijn. De bessen worden ook verwerkt to jenever, jam of gelei. Bovendien worden de bessen gebruikt bij het verven.

 De bessen kunnen beter niet rauw gegeten worden, omdat ze giftig zijn. Ze bevatten de naar dit geslacht genoemde stof sambunigrine. Deze kan wel onschadelijk worden gemaakt door de bessen te koken. Vlierbessen worden daarom altijd gekookt.

Ze bevatten enorm veel vitamines. Ze geven een pittige smaak bij het toevoegen aan kruisbessenjam.

Bewaren/bewerken
De vlierbes zo snel mogelijk verwerken nadat ze van de struik geplukt zijn, het liefst nog dezelfde dag. Als het niet anders kan tijdelijk koel bewaren.
 
Voedingsstoffen
Voedingswaarde per 100 gram:
Energie: 305 kJ, 73 kcal
Eiwit: 0.7 g
Vet: 0.5 g
Koolhydraten: 18.4 g
Water: 79.8 g

Geen opmerkingen:

Een reactie posten